Omwille van longfalen
functioneert de man op slechts 20 procent
van zijn capaciteit.
Dat is niet veel.
Maar: hij is al een eindje over
de gemiddelde sterfleeftijd heen,
dus te klagen heeft hij niet,
vindt hij zelf.
Toch blijft het ongetwijfeld
voor iedereen altijd moeilijk
van zijn vroegere capaciteiten
af te moeten geven.
In zijn eigen geest en hart
voelt een mens zich eigenlijk
nooit echt oud, vermoed ik.
Zijn al even oude vrouw zegt:
"Als ik mij in winkelramen bekijk,
voel ik me net een oude toverheks."
Dat terwijl ze nog heel flink en
goed geconserveerd voor de dag komt.
Een dokter flatteert haar zelfs door te zeggen
dat ze net een kwajongenskapsel heeft.
Maar men weet wel beter -
aan de hand van reacties
van wie nog heelwat jonger is:
"oude mensen!"
De oude man loopt dus met een lijn
van een meter of 10 naar zijn
zuurstofconcentratieapparaat rond.
Hij kan naar de keuken,
hier en daar ronddrentelen in huis,
even vooraan de tuin in.
"Maar soms jeukt het," zegt hij,
"om daar buiten ook te gaan werken."
Of om uit te rijden ongetwijfeld,
of om meer
wat je het gevoel geeft
toch nog een beetje
in het echte leven te staan.
Hij behoudt zijn optimisme.
Hij praat goed en veel,
ondanks de verbinding
met zuurstofslangetjes in zijn neus.
Van de kleine kwaaltjes allerlei
en de vele ongemakken eraan verbonden
zwijgt hij ongetwijfeld.
Hij is er nog.
Waarschijnlijk ben ik zoals iedereen,
maar ik word er niet graag mee geconfronteerd.
We zouden het leven allemaal
jong en gezond en vrolijk en probleemloos
willen houden.
Maar zo gaat het niet.
Dan kan je maar best zeggen
zoals ik deze week van iemand hoorde.
Toen iemand hem vroeg hoe het ging, was zijn antwoord:
"Je moet het doèn gaan."
Makkelijk was dat niet.
Na lang proberen
was hun met moeite verwekte eerste kindje
voortijdig dood geboren.
"Je moet het doen gaan."
We kunnen alleen maar hopen
dat we daar op het gepaste ogenblik aan denken
en mooie woorden in flinke daden
om proberen zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten