Een paar avonden op een volksmuziekfestival gesleten, met
veel plezier. De dansers aan het werk gezien. Scottish, polka,
wals, jig, bourree en veel meer wisselen elkaar af. Nooit een
danser geweest, dus ik doe alleen mee met de envoudigste.
An-dro, bijvoorbeeld, een Bretoense reidans waar men elkaar
bij de pinken neemt (letterlijk - niet een soort spreekwoord
zoals iemand bij de lurven nemen of met de voeten spelen)
en eenvoudige stapbewegingen maakt. Ontstaan op het
platteland, waar men deze "dans" uitvoerde om in rij
naast elkaar de grond aan te stampen - dat maakte het
werk prettiger. Moeilijk is de dans dus niet, en ik kan hem
nog net, zij het niet speciaal elegant, aan.
De tovercirkel is ook een plezier om in groep mee te doen.
Ik leg hem maar niet uit: je bekijkt hem best om hem in zijn
bewegingen te begrijpen en te waarderen. Als je er aan
mee doet, ervaar je door het gemeenschapsgevoel dat
hij opwekt waarom hij zo genoemd werd.
Dansen dus. Ik wil eens uitgelegd krijgen wat de
karakteristieken van al die dansen zijn, hoe hun ritme
en hun maatopbouw in mekaar zitten. En dan, om
het in te oefenen, wat dansmelodietjes maken.
Uit mijn oude speeldoos een contredanse uit Bastogne,
Bastenaken als je wil. Morgen wil ik hem nog eens
in mijn vingers krijgen. En op een mooie dag, met een
deskundige en lieftallige voorgangster aan mij zij,
wil ik hem dan ook nog eens al dansend met al mijn
benen en voeten beproeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten