Ik doe wat vele mannen
in mijn buurt en elders
op zaterdagnamiddag doen:
gras afrijden, rozen bijknippen,
de staat der dingen overdenken -
ondertussen.
Een grootvader die stierf,
een treurige verrassing.
Een kleine ruzie overlopen
waar je over hoort verhalen.
In je hoofd nog mensen schande
horen praten over dit en dat.
Wat er je verder nog te doen staat
in de dagen die gaan komen.
Daarover in je binnenst,
hoogst persoonlijk, overleg.
Je steekt de straat maar even over
voor een babbel.
Je hoort dat zorgen iets
van alle mensen op de hele wereld zijn.
Van feest en uitstap
mag je ook gewagen.
Bijtijdse vrolijkheid -
daar leven wij toch van.
Je ziet hoe bloemen ook
hun gang van op- en neergang gaan.
Je hebt ze pas nog maar gezaaid
of bollen in de grond gestopt -
nu knip je hun dor loof al bij.
Waar vroeger madeliefjes stonden
schieten nu paddestoelen op
tussen de afgevallen eikels
in het lang bedauwde gras.
Je stopt wat neergewaaide appels in je zak.
Er komt een oorworm uitgekropen
die je maar in leven laat.
Noten - je ziet hun
lentestuifmeelslingers nog -
zijn er ook al vroeg bij
dit seizoen. Ze liggen bij
de snaterende ganzen.
Die zie je - waggel, waggel -
nog braaf achter hun ouderpaar aan lopen
toen het,
niet zo lang geleden lijkt het,
pasen was.
Ja, alles gaat
zoals het is gekomen.
Een man rijdt over gras
en kijkt voor hij het weet
om naar de schaduw die hij was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten