Je weet wel dat het gaat gebeuren, maar dan gebeurt het,
en je staat toch verbaasd. Het huis van onze buur die een
jaartje geleden stierf, gewoon gelukkig op uitstap, en krak.
Zowat tachtig, zijn deel van het leven gehad, vrouw al de
hemel in, waarom zou hij niet volgen?
Zijn huis dus, dat nadien zo moederziel alleen zo duidelijk
leeg stond. Nog een cactus voor de ramen. Je zag van op
straat nog het behang van de kinderkamers.
Dat huis moest gesloopt. Een paar huizen zouden in de
plaats kunnen komen. Het huis had zijn leven geleefd,
zijn man en zijn vrouw gelukkig en in volle bloei geweten.
Kinderen gekomen, alle zorgen en vreugde gedeeld.
Nu dan toch de bulldozer, de kraan, de zware laadwagens
die het puin als fundament voor nieuwe bouwsels naar de
juiste plaatsen vervoerden.
Achter de resten van het vroeger huis staat nog
zijn hobbyserre. Serres waren zijn lang leven.
Daarin kweekte hij bloemen, die liet hij op rails verder rollen
naar de ene teelt als de andere kort en klein was geknipt.
Die bloemen bracht hij naar de veiling. Daar kon hij dan zijn
babbel doen. Daar dronk hij in de vroege ochtend koffie met
de andere bloemisten. Dan kon hij aan zijn vrouw thuis ook
weer de verhalen doen die hij zonet gehoord had. En hij
wist zowat alles, ook uit de buurt en uit het dorp. Hij wou
weten, en in de dingen die gebeurden delen, en daar dan
wat over filosoferen.
Nu mijmer ik over hem. Ik zie hem nog op zijn fiets de hof
afrijden, of zie hem bezig in zijn serres, of hoor zijn stem
en zie de onafscheidelijke pantoffels aan zijn voeten.
Hij was een voorganger. Hij was een buur. Hij was een
nieuwsgierige deelnemer aan het leven. Hij droeg zijn
steentjes bij. Ongetwijfeld genoot hij van zijn velden en
zijn bloemen en het geduldig winterse herstellingswerk
waar zelfstandigen zo goed in zijn. Van alles wat hij eventueel
nog wel eens zou kunnen gebruiken lag zijn werkhuis vol.
Straks zullen waar zijn huis stond nieuwe woningen verrijzen.
Gelukkig is daar de woning van een kleinkind bij. Zo gaat
toch iets van een familieketen, een buurtbewoning verder.
Voor alle gelegenheden maakte buur bloemist boeketten,
als eerbetoon aan anderen, tot eer en glorie van
de bloementeelt in onze streek.
Nu maak ik mijn kleine woordboeket voor hem. Vaak als
ik zijn huis voorbijrijd, ook als het er straks helemaal niet
meer is, zal ik nog even bij het zien van serres, bloemen,
bomen aan hem denken.