De zomer komt aangevlogen
met al zijn kleuren van regenbogen:
zo vele als de landen op de wereldbol,
zo mooie als de rijkdom van een toverbol.
Je likt er aan en maakt de kleuren los,
van water, en van bergen, en van bos,
het lappendeken van de velden en de weiden
en landschappen waardoor rivieren glijden.
Je rijdt en fietst en stapt er in:
beweging geeft het lichaam zin.
Naast Opwijk zie je plaatsen die je nog nooit zag,
en je wordt zomergekker met de dag.
Je komt de tofste mensen tegen
als je zo stapt op onbekende wegen.
Dat maakt de wereld groter dan hij was,
en overal om in te liggen: gras!
Daar spreid je blij je bonte picknickdeken
en deel je uren, dagen, zomerweken
die als een krachtbron voor de winter zijn
en beter smaken dan de duurste wijn.
Je hoort verhalen die je nog niet mocht aanhoren.
Je kan naar nieuwe, diepe bronnen boren.
Je stapt op onbekende, vreemde plaatsen af.
Je ziet de glorie die God aan deze wereld gaf.
Na al dat reizen ben je toch wat zwervensmoe
en kom je, uitgeraasd, weer graag in Opwijk toe.
De wereld is een heel groot, wonder huis -
maar alleen in Opwijk zijn we werkelijk thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten