woensdag 28 juli 2010
Snijbonen
Er werden ons snijbonen geleverd uit een bevriende tuin.
Prettig als je zo af en toe iets puurs en onbespotens krijgt.
Hobbytuiniers kweken meestal teveel voor zichzelf alleen.
Ze bevoorraden alle getrouwde kindergezinnen en dichte
en verre familie. Dank u wel, die ontvangen graag.
En snijbonen: een delicatesse! De ene heeft het voor
boterboontjes en een ander kiest voor de verfijnde flageolet.
Maar snijbonen met wat zurige saus: niet te versmaden.
Het prettige is ook dat je er wat werk vooraf aan hebt, en
toch niet teveel. Je doet er kop en tenen af en stopt ze in
een eenvoudig snijmachientje. De ene stopt de bonen er
per paar in, een ander draait aan het molentje. Teamwerk.
Of voor de meeste huismoeders allicht: het teamwerk
van hun twee handen. Huismoeders, gegroet.
Floeps! Daar vliegen de stukjes snijboon eruit, allemaal
even mooi dun en frisgroen ogend. Vroeger was het
allemaal ongetwijfeld met het patattenmesje te doen,
zoals de frieten toen ook werden gesneden - toch een
beetje een kleine kunst op zich.
Ik fier met de bonenbuit de keuken in om ze door mijn
keukenprinses te laten blancheren. Dat duurt niet lang.
Een mens kan zich niet inhouden dan om er gauw een
paar handvollen van in de mond te stoppen.
Onbetaalbaar, zo vers en prachtig groen en warm.
Met andere woorden: ik dank de zorgvuldige kweker.
"Wel twee keer per dag gieten!" zegt hij mij. "Snijbonen
groeien zo snel, wat wil je dan, als er geen regen valt,
en die jonge vruchten groeien dat je het ziet terwijl je
erbij staat!" Ook alle nieuw opschietende kopjes
bindt hij op, zodat de oogst voor een hele tijd
verzekerd is. We kunnen er maar wel bij varen.
Tot ik mij afvraag: waar komt de uitdrukking "een
rare snijboon" vandaan? Naar de gelijkenis met
een wat misgroeid, vreemd gevormd, opvallend
snijboonexemplaar misschien? En wie zouden we dan
zoal een rare snijboom kunnen noemen?
Een dorpsdichter misschien?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten