zaterdag 31 juli 2010

Na het kamp

Kinderen thuis van op kamp.
Al hun rugzakken uitgekieperd
bij het wasmachien.
(het moet natuurlijk 'de machine' zijn -
maar wie zegt dat hier?)
Er is geen sorteren aan.
En vuil, vuil.
Natuurlijk, van de pret
bij het ongehinderd spelen.
Natuurlijk, van de bosgrond
en het sluipen en het modderpad.
Van de aangesleepte, bemoste takken
voor het volgezongen kampvuur.
Van het verlorengelopen nachtspel.
Van het kinderleven
als God in de Ardennen.

Mama denkt:
geen beginnen aan.
Beter alles op een hoop -
een eerste, grote testwas.
Alles veertig graden.
Alle programmaknopjes ingedrukt.
Alle wasmachinehens aan dek.
Wat vuil is nadien kan nog
een aparte wasbeurt krijgen
tegen de hardnekkigheid.

Ze vindt nog wat goed
dat niet van hen is.
Zomaar bij de ontruiming
vlug,vlug in de kampzak gepropt.
Kleurrijk, van het verkeerde geslacht.
Aan de andere kant van het dorp,
in een andere rugzak,
glimlacht een gelijkaardige moeder
begrijpend.
Ze was er vroeger ook bij.
Ze heeft alle verhalen gehoord.

De sfeer was iets
waar je als buitenstaander
niet binnen kunt.
Hij zit diep in de harten,
hij kleurt een groeiproces.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten