vrijdag 12 november 2010

Petrus

Petrus is gestorven.
Mijn moeder zegt dat ze nu zeker toch
naar de begrafenis moet gaan, en meezingen.
"Toen ik jong was, brachten ze me altijd
naar huis, Petrus en Rachel.
Ik nog zonder lief, zij een jong koppel."

Je staat er zo weer even bij stil: ook wie oud is,
is natuurlijk op zijn eigen wijze ooit jong geweest.
Mijn oude moeder, in haar jongejarenbloei.
Petrus, in zijn jongejarenbloei.

En vaak genoemd als tweespan,
Petrus en Rachel, zo vaak samen.
Werken voor het huishouden,
werken voor de gepensioneerden
en de parochie.
Hoe moet zij nu verder?
Dankzij de kinderen en de kleinkinderen,
en de buren en bekenden, en de familie.
Moeten, en nog wat jaren mogen.

Ik zag Petrus laatst, denk ik,
toen hij bij boer Jan
om witloofblaadjes kwam
voor zijn kippen of zijn ganzen.
Hij laadde die vrachten niet meer zo snel,
ik stak een handje toe, voerde de kruiwagen
een eindje de straat op.

Hij kloeg toen wat over zijn ogen,
meen ik me te herinneren.
Hoe het soms voor hem halfduister was.
Nu is het dat helemaal, maar als je
aan zijn leven terugdenkt
-hoe beter je hem kent-
is er veel dat blijft stralen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten