dinsdag 9 november 2010

GEDICHT VOOR 11 NOVEMBER


Zoveel verhalen gaan verloren.
Zoveel moed blijft onverteld.

Plots is het geweld er,
in je eigen, kleine, tot dan toe warme wereld,
en je moet je weren, het tij van de bezetting
en de onderdrukking keren.
Jij bent nu man, jij staat symbool
voor wat een mens niet allemaal kan
als hij wil vechten voor zijn land
en voor al wie op zijn sterke hand vertrouwen:
kinderen, vrouwen, al wie ons lief en dierbaar is.

Veel van het mooiste immers is zo kwetsbaar.
Als er nood aan is moeten wij klaar staan
om het te behoeden tegen het woeden
van de waanzin van veelsoortig geweld.

Weinigen zijn van nature held,
maar worden het omdat een vlam
brandt in hun hart voor
vrienden, vrijheid, vrede.

Ze kijken niet met lede ogen toe
wanneer iets als een bliksem inslaat
maar weten dat het er nu om gaat
manmoedig in de bres te springen,
te luisteren naar het zingen van
een ongekende durf, een oerkracht die
de tegenslagen recht in het gezicht lacht.

Oudstrijders, die wilden vechten voor het vaderland,
hebben dat gedaan. De taaie weg van weerstand
zijn zij moeten gaan. Vooraan rusten zij dan ook,
als eerbetoon, op de begraafplaats van onze gemeente.
In onvergankelijk gesteente staan hun namen er geschreven.

Maar evengoed is deze dag symbolisch
hart onder de riem voor wie zich
zonder vragen vastberaden inzet
en in daden doet wat moet :
vechten zonder geweld,
als een alledaagse, goedmoedige held
voor vrijheid, gelijkheid, zoveel
dat nodig is voor: vrede!

Laat ook die verhalen, vol van eigentijdse kracht,
de ronde gaan. Geef ze door, steek
-met jouw eigen kleine lucifer-
mee de grote vuren van de vreugde aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten