Zie ze daar lopen
alsof hun leven ervan afhangt.
Wie houdt het het langst,
het snelste uit,
zonder fluitende adem,
zonder futloos gesjok?
Wie trekt de kop,
wie durft er een versnelling
in te zetten?
Wie durft zijn strijdlust wetten
tot de scherpste snee,
wie gaat nog mee wanneer hij
eigenlijk al niet meer kan?
Wie is de man of vrouw
om in het oog te houden?
Wie wil de medaille hebben,
liefst de gouden?
Er is zoveel om bij het lopen
op te letten,
er is zoveel waarop je
in kan zetten:
op je snelle sprint,
op je sterke hart,
op rug in de wind,
op een bliksemstart.
Je hoort de adem
van je concurrenten,
het juichen van supporters
in de drinkerstenten.
Je steekt nog maar
een tandje bij,
je voelt het zuigen aan je schoenen
van de natte wei.
De finish lonkt.
Je hart dat bonkt.
Je blijft nog alles wat je kan
tot aan de eindstreep geven.
Dan sta je op het podium bekaf,
nahijgend haast te zweven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten